De Adelaar
Beschrijving Zeepziederij De Adelaar
De voorganger van de huidige fabriek, gebouwd rond 1896, werd door de firma Jan Dekker voorde bereiding van zeep uit weedas gebruikt. De fabriek werd bekend door de gebruikt als pakhuis. Na jaren van leegstand kwam het gebouw in 2005 in bezit van het modeconcern Vanilia die haar hoofdkantoor in de voormalige zeepziederij de Adelaar vestigde. De voormalige fabriek maakt deel uit van het industriële verleden van de Zaanstreek zoals dat rondom de Zaan geconcentreerd was. Het gebouw de Adelaar is prominent gelegen aan de westoever van de Zaan waarbij de toren met adelaar een landmark-functie vervuld.
De fabriek bestaat uit een hoofdgebouw en een aanbouw. Het hoofdgebouw is opgebouwd uit ( dragende ) wanden van baksteen met een inwendige constructie van gewapend betonnen kolommen, moerbalken en stalen H-balken, een voor die tijd unieke en zeer vroege toepassing van betonskeletbouw. Veel kolommen zijn thans aan de onderzijde versterkt in verband met corrosie van de wapening. De vloeren zijn van gewapend beton. Het hoofdgebouw heeft een vrijwel rechthoekige plattegrond en telt 4 bouwlagen ( totaal bijna 13 meter hoog ) onder een plat dak. De voorgevel ( westzijde, aan de weg gelegen ) is door lisenen in zes traveeën verdeeld. Tussen de lisenen zijn met een segmentboog afgesloten spaarvelden gemetseld. De middelste twee traveeën tellen productie van huishoudzeep met het merk Adelaar. Na de brand in 1906 is de fabriek in 1908 herbouwd door de Amsterdamse architecten J.P.F. van Rossem en W.J. Vuijk en aannemer Mart Stam. In ca. 1950 werd de zeepproductie gestaakt en werd het gebouw drie spaarvelden boven elkaar, waarbij het onderste spaarveld de eerste bouwlaag, de middelste de tweede en de derde bouwlaag en de bovenste, de vierde, bouwlaag omvat. Er wordt een middenrisaliet gesuggereerd doordat de traveeën aan weerskanten van dit middendeel slecht twee boven elkaar gelegen spaarvelden tellen. De horizontale scheiding tussen de spaarvelden wordt gevormd door cordonlijsten met afzaat en hardstenen hoekstukken. De voorgevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een ezelsrug met op de hoekenhardsteen. In de gevel is boven de twee middelste traveeën het metselwerk hoger opgetrokken, in welk hoger deel het woord "ZEEPZIEDERIJ " in kapitale letters van witte baksteen is aangebracht. Tussen de derde en vierde bouwlaag in de middelste traveeën is het woord "DE ADELAAR "in soortgelijke letters aangebracht. In de spaarvelden bevinden zich steeds de vensters en op de begane grond in de derde travee van links een ingang. De eerste bouwlaag bevat vijf getoogde zestienruits vensters en een ingang met dubbele deur. De tweede en derde bouwlaag tellen elk zes getoogde zestienruits vensters en de vierde bouwlaag zes getoogde twaalfruits vensters. Alle vensters hebben een getoogde strek en zijn voorzien van rechte ijzeren groengeverfde roedes. De linker zijgevel ( noord ) bevat twaalf traveeën en een soortgelijke indeling en detaillering als de voorgevel met op alle bouwlagen een houten deur in steeds een ander spaarveld. De traveeën 1/5 vanaf de Zaan springen ten opzicht van de traveeën 6/12 één travee naar voren. De achtergevel ( oost ) telt zes traveeën met soortgelijke indeling en detaillering als de voorgevel. De vijfde en zesde travee zijn enigszins naar achteren geplaatst. In de vierde travee zijn op de begane grond een grote deur en op de tweede, derde en vierde bouwlaag een dubbele houten deur met langwerpige zesruitsvensters aangebracht. Voorts is ook een dubbele houten deur in de tweede travee op de begane grond aangebracht. De rechterzijgevel ( zuid ) is ingedeeld in twaalf traveeën waarbij in tegenstelling tot de andere gevels in spaarvelden steeds twee vensters naast elkaar zijn geplaatst. De lisenen hebben dubbele speklagen van gele verblendsteen. Voor het overige is de indeling en detaillering vergelijkbaar met de voorgevel.
BRON: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Het bedrijf Jan Dekker is in 1772 opgericht met een molen waarin tufsteen tot tras, een grondstof voor cement, werd vermalen. In 1795 kocht Dekker het kasteel de Valkhof ooit gebouwd door Karel de Grote. Dit kasteel verkeerde in slechte staat en de gemeente Nijmegen had geen geld om het op te knappen. Dekker betaalde aan de gemeente Nijmegen een bedrag van 90000 gulden, liet het slopen en vervoerde het met schepen naar Wormerveer waar de brokstukken tot tras werden vermalen. Het was uiteindelijk geen voordelige transactie want Dekker verloor er 6000 gulden op.
Aanzicht van de Adelaar vanaf het Zuideinde | |
Aanzicht van de Adelaar vanaf de Zaan. foto van voor 1906, | |
met op de achtergrond molen de Eenhoorn aan het Zuideinde. | |
Molen de Eenhoorn is gesloopt in 1906 en verplaatst naar Oostwoud |
Vorige pagina: Monumenten QR
Volgende pagina: De Jonge Prins